Stand van zaken van de strijd tegen geweld in België

In de afgelopen 10 tot 15 jaar zijn feministische bewegingen over de hele wereld gegroeid. Ze mobiliseren tegen gendergerelateerd geweld, strijden voor het recht op abortus en tegen feminicide, nemen deel aan de internationale feministische staking op 8 maart en protesteren tegen seksueel geweld, met name met de #MeToo-beweging. Feministische activisten hebben ook raakvlakken met elkaar in hun strijd tegen patriarchaat, racisme, kapitalisme, validisme, queerfobie, productivisme, oorlog en meer.

(Lees het artikel over intersectionaliteit).

In België is deze feministische golf sinds 2017 in intensiteit toegenomen, voortbouwend op voorbereidende acties die al lange tijd door activisten worden uitgevoerd. Feminicides werden onder de aandacht gebracht door StopFeminicide, 25 november werd een dag van nationale mobilisatie tegen geweld tegen vrouwen met Mirabal, en er ontstonden talrijke lokale of netwerkmobilisaties. Dit alles heeft mogelijkheden gecreëerd om vrouwenrechten te promoten en dominantiesystemen aan te vechten, ondanks recente systeemcrisissen zoals de gezondheidscrisis, de klimaatcrisis, de democratische crisis en de sociale crisis.

De afgelopen jaren hebben de Belgische regeringen een aantal toezeggingen gedaan om geweld tegen vrouwen te bestrijden, zoals de hervorming van het strafwetboek over seksuele misdrijven die in maart 2022 werd goedgekeurd en de wet over feminicides die in juni 2023 werd aangenomen. Deze verbintenissen vertalen zich echter niet altijd in concrete, duurzame en afdoende maatregelen, of in een coherent intersectioneel feministisch beleid gericht op het veranderen van de samenleving.

België ratificeerde het Verdrag van Istanbul in 2016, een overeenkomst van de Raad van Europa die alle overheidsniveaus verplicht om maatregelen te nemen tegen gendergerelateerd geweld. Hoewel het Verdrag bindend is, vertoont het hiaten op het vlak van preventie en is de wettelijke bevoegdheid in België beperkt. Het Verdrag en het GREVIO-rapport bieden echter een systemisch kader voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen en genderminderheden, dat de eisen van activisten legitimeert en een leidraad vormt voor de implementatie van passende maatregelen in België.

Sinds 2001 zijn de verschillende overheidsniveaus bezig met het opstellen van een Nationaal Actie Plan (NAP) tegen gendergerelateerd geweld. De eerste nationale plannen waren vaak ongecoördineerd. De Franstalige overheidsniveaus creëerden vervolgens een Intrafrançofoon Plan ter Bestrijding van Geweld tegen Vrouwen (PVIF) om hun inspanningen beter te coördineren in overeenstemming met de Conventie van Istanboel, waardoor het NAP werd versterkt. Tegelijkertijd hebben sommige gefedereerde entiteiten hun eigen plannen opgesteld, hoewel sommige daarvan, zoals het huidige Vlaamse plan, zich voornamelijk richten op seksueel geweld, zonder een systemisch genderperspectief te integreren. Deze versnippering maakt het moeilijk om de verantwoordelijkheden en acties op de verschillende niveaus te begrijpen. Op dit moment zijn de meest geavanceerde plannen in overeenstemming met het Verdrag van Istanbul het PVIF 2020-2024, aangenomen in november 2020, en het NAP 2021-2025, aangenomen in november 2021. De precieze uitvoering van deze maatregelen blijft echter onduidelijk. Voor veel plannen ontbreekt een realistisch budget voor de uitvoering, hoewel er onderhandelingen plaatsvinden tussen kabinetten en overheden. Bovendien worden verenigingen geraadpleegd, hoewel ze nog niet volledig meewerken aan de ontwikkeling en uitvoering van beleid om geweld tegen vrouwen te bestrijden. Dit is echter een verbetering ten opzichte van de vorige legislatuur, toen beslissingen buiten de verenigingen om werden genomen.

Op nationaal niveau zijn er drie “platformen” actief in de strijd tegen gendergerelateerd geweld in België. Het FPGV, opgericht in 2015, is een instrument voor politieke belangenbehartiging en een ontmoetingsplatform voor feministische verenigingen die betrokken zijn bij de strijd tegen gendergeweld. Het Platform beheert ook de blog StopFeminicide, die sinds 2017 seksistische moorden in België registreert. Het FPGV lanceerde in 2017 ook het Mirabal-platform, dat ongeveer 100 maatschappelijke organisaties samenbrengt om een nationale manifestatie te organiseren ter gelegenheid van de Internationale Dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen op 25 november. De Coalitie “Samen tegen geweld tegen vrouwen”, ten slotte, bestaat uit feministische verenigingen, waaronder verschillende leden van het FPGV, en heeft het alternatieve rapport over de uitvoering van het Verdrag van Istanbul opgesteld op basis van vaststellingen in de praktijk om druk uit te oefenen op de overheid, en volgt dit momenteel op.

Feministische bewegingen hebben de mogelijkheid om druk te blijven uitoefenen en concrete veranderingen te bevorderen. Deze politieke hefbomen blijven echter in sommige opzichten ontoereikend. Het is essentieel om een feministische agenda op te stellen die verder gaat dan het institutionele kader om de fundamenten van een inclusieve, egalitaire en rechtvaardige samenleving te versterken. Collectieve actie kan het machtsevenwicht ten gunste van deze doelstellingen veranderen.